Terug naar bovenliggende pagina

Verantwoording

Opbouw artsenwijzer

In het algemene deel wordt omschreven wat het paramedische beroep “Podotherapeut” inhoudt. Voorts wordt het methodisch handelen beschreven, alsmede de behandeldoelen. Tot slot worden in het kort de behandeltechnieken behandeld.

Bij de ontwikkeling van het specifieke deel van de artsenwijzer is gekozen voor het omschrijven van de problematiek in drie aparte onderdelen:

  • Aanduiding problematiek per lokalisatie
  • Aanduiding problematiek bij chronische ziekten/aandoeningen
  • Aanduiding problematiek via algemene trefwoorden

I. Aanduiding problematiek per lokalisatie

Gekozen is voor een onderverdeling van de voet in huid, tenen, voorvoet, middenvoet en achtervoet. De overige relevante lichaamsdelen zijn ingevuld per gewricht, samen met het proximaal daarvan gelegen deel (enkel/onderbeen, knie/bovenbeen, heup/bekken/lage rug).

Aandoeningen op meerdere lokalisaties

Enkele aandoeningen kunnen op meerdere lokalisaties voorkomen. Indien in voorkomende gevallen de behandeling op de verschillende lokalisaties identiek is, wordt verwezen naar de lokalisatie waar de aandoening het meest frequent voorkomt. Indien de behandeling verschilt, wordt de aandoening bij alle voorkomende lokalisaties beschreven.

Lokalisatie van de oorzaak van de klacht

Bij enkele aandoeningen (vooral bij neurogene klachten) is de lokalisatie waar de klacht zich openbaart een andere dan de lokalisatie van de oorzaak van het probleem. Waar dat voorkomt wordt verwezen naar de lokalisatie van het (veelal mechanische) probleem dat aan de klachten ten grondslag ligt.

Als bijvoorbeeld de lokalisatie van het probleem zich bevindt in de articulatio talocruralis, is de aandoening bij enkel/onderbeen en niet bij de achtervoet opgenomen.

Alle aandoeningen die als klacht bijvoorbeeld pijn aan de mediale zijde van de enkel geven, maar die op zich niet in de articulatio talocruralis zijn gelokaliseerd, zijn bij de achtervoet opgenomen. In de betreffende tekst is daar een verwijzing naar opgenomen.

Naast de lokalisatie van het probleem is het voettype van groot belang bij de keuze van de behandeling, dit in verband met de biomechanische consequenties. De podotherapeut zal daar altijd rekening mee houden. In deze artsenwijzer wordt daar niet nader op ingegaan.

II.   Aanduiding problematiek bij chronische ziekten/aandoeningen

In dit deel wordt ingegaan op podotherapeutische indicaties voor behandeling van patiënten met diabetes mellitus, reumatische aandoeningen en morbus Parkinson. Bij de ontwikkeling van deze onderdelen wordt zoveel mogelijk getracht aan te sluiten bij het project PACK, waarbij het er om gaat aan de huisarts aan te geven welke indicaties er zijn voor verwijzing naar (een van de beroepsspecifieke vormen van) paramedische zorg bij patiënten met een chronische ziekte/aandoening.

III. Aanduiding problematiek via algemene trefwoorden

In dit deel wordt een link gelegd met bijzondere doelgroepen: personen in (post-) revalidatieperioden, personen met afwijkende houding en beweging, sporters, kinderen, ouderen, migranten en verstandelijk gehandicapten. In dit deel wordt ingegaan op bijzondere aspecten, met verwijzing naar de indicaties en behandeling in de twee voorgaande delen.

Schrijfwijze

De schrijfwijze van de in deze artsenwijzer opgenomen aandoeningen is overeenkomstig de Nederlandstalige Internationale Classificatie van Ziekten (International Classification of Diseases; ICD). De schrijfwijze voor de anatomische structuren is ontleend aan de Nomina Anatomica, de internationale standaard op dit gebied.

Als eerste (zoek)term is in het algemeen de medische (ICD) term c.q. naam van de aandoening gehanteerd, vanwege de doelgroep gebruikers (artsen/medici). Daarna is de veelgebruikte Nederlandse term aangegeven en waar dat relevant is geacht met daaropvolgend eventuele synoniemen.

Zittingen podotherapie

Veelal zijn 3 zittingen podotherapie nodig: 1 zitting voor het podotherapeutisch onderzoek, 1 zitting voor de aflevering van benodigde hulpmiddelen en voor advisering van de patiënt, 1 zitting voor controle van hulpmiddelen en het opvolgen van de adviezen. Het komt zo nu en dan voor dat -op indicatie- één of twee nacontroles plaats moeten vinden. Bij huid- en nagelaandoeningen is het aantal zittingen niet altijd voorspelbaar. Dit kan variëren van 1 tot 6 zittingen of meer (bijvoorbeeld bij neuropathische ulcera).

Het hier aangegeven aantal zittingen bij een bepaalde behandeling kan alleen als een vrij grove algemene indicatie worden aangeduid. Het aantal zittingen, dat een patiënt nodig heeft, is afhankelijk van de ernst van de klachten, de oorzaak van de klachten, de mate van therapietrouw van de patiënt en van het behandelplan en de behandeldoelen die de behandelend podotherapeut samen met de patiënt heeft opgesteld.

Trefwoordenlijst

Aan de artsenwijzer is een trefwoordenlijst toegevoegd, waarin de indicaties en hun synoniemen afzonderlijk zijn opgenomen.

 

Terug naar bovenliggende pagina