Shin splints, logesyndroom, tibiaal stress syndroom en compartimentsyndroom
Ongeveer de helft van alle sportblessures zijn het gevolg van overbelasting. Het tibiale stress syndroom neemt hier maar liefst 8 tot 14% voor zijn rekening;het is de derde meest voorkomende blessure bij hardlopers.
Wat is shin splints?
De term shin splints is geen diagnose maar een verzamelnaam voor een aantal aandoeningen waarbij pijn aan de voorzijde van het scheenbeen het symptoom is. De pijn die bij shin splints aanwezig is kan worden veroorzaakt door problemen met de spieren, het bot, botvlies of de aanhechting van de spier.
Welke diagnosen beschrijft shin splints?
Botvliesonsteking (periostitis)
Dit is een ontsteking van het beenvlies dat de botten bekleedt. Het betreft meestal een overbelasting van de aanhechting van de spier die de voetboog ondersteund (musculus tibialis posterior). Vaak is het gebied dat is aangedaan overbelast geweest door werk of sport. Bij het lichamelijk onderzoek vindt de arts of therapeut drukpijn over het botvlies. Een ontsteking van het botvlies geeft pijn, die erger wordt als het aangedane vlies belast wordt. Botvliesontsteking kan ontstaan door een infectie, meestal is de oorzaak overbelasting.
Compartimentsyndroom of logesyndroom
Een compartiment- of logesyndroom is een toestand waarin een verhoogde weefseldruk de bloedvoorziening verstoord. Er ontstaat bloedeloosheid (ischemie) van desbetreffende spieren. Extreme belasting van ongetrainde sporters, bijvoorbeeld bij lange wandelingen, kan leiden tot een acuut compartimentsyndroom. De toename van spiermassa onder invloed van een trainingsprogramma kan aanleiding geven tot een chronisch compartimentsyndroom. Het merendeel van de patiënten met een chronisch compartimentsyndroom betreft relatief jonge, ervaren mannelijke atleten of voetballers. Bij het compartimentsyndroom treden bij belasting drukkende, stekende of krampachtige pijn en zwelling op. Ten gevolge van een toegenomen spanning in het compartiment, kan de huid glanzend en warm zijn. Passieve spierrekkingspijn is een veel gehoorde klacht. In de meeste gevallen betreft het een aandoening aan het voorste compartiment. De in deze lange, smalle loge gelegen spieren (musculus tibialis anterior, musculus extensor halucis longus en musculus extensor digitorum longus) worden intensief bij alle loop en springbewegingen gebruikt.
Spierontsteking (myositis)
Spierontsteking is de algemene term om het zwellen van spieren te beschrijven. Het wordt ook wel het Musculus tibialis anterior syndroom genoemd. Om de voet geleidelijk op de grond te laten neerkomen en te laten afwikkelen is bij elke stap veel activiteit van deze spier nodig. Hij is gelegen in het voorste compartiment van het onderbeen en zodoende betrokken bij een voorste compartimentsyndroom. De spier kan ook afzonderlijk zijn aangedaan ten gevolge van overbelasting, vooral bij heuvellopen of bij druk van buitenaf (bijvoorbeeld door te strakke veters).
Peesontsteking (tendinitis)
Een peesontsteking kan ontstaan door een blessure of overmatige prikkeling; bijvoorbeeld als een bepaalde beweging steeds herhaald wordt of door een plotselinge toename van activiteit. Ook sporters die een te intensief trainingsprogramma volgen, kunnen peesontsteking krijgen. Lichamelijke factoren, zoals een beenlengteverschil of een voetafwijking, kunnen ook een rol spelen bij het ontstaan van peesontsteking. Daarnaast spelen minder stabiele gewrichten of osteoporose soms een rol, vooral bij mensen boven de veertig.
Stress fractuur van het scheenbeen
Een stressfractuur is een gedeeltelijke breuk tengevolge van overbelasten van het bot. Dit gebeurt wanneer het bot er niet in slaagt zich aan te passen aan de hoeveelheid belasting. Een stressfractuur of vermoeidheidsfractuur kan in het onderbeen zowel in het scheenbeen (tibia) als in het kuitbeen (fibula) optreden. Ondanks dat een stressfractuur ontstaat tengevolge van langdurige of ongebruikelijke lokale belasting, komt de aandoening voor zowel bij getrainde langeafstandlopers als bij beginnende recreatieve trimmers. Vrijwel altijd is er toename van de training in de laatste weken. De pijnklachten in het scheenbeen worden in het onderste 2/3e gedeelte aangegeven. De pijnklachten zijn lokaal, zeurend en nemen toe zolang als de belasting gehandhaafd blijft. Bij lichamelijk onderzoek is er drukpijn en soms zwelling. Een röntgenfoto toont meestal pas na enkele weken de fractuur. Een botscan echter kan na 2 á 3 dagen van klachten reeds uitsluitsel geven. Een stressfractuur ontstaat meestal bij sporten waarbij veel gerend of gesprongen wordt. De pijn begint meestal als een doffe pijn tijdens de training en kan in verloop van tijd extremere pijnen veroorzaken gedurende dag en nacht.
Wie krijgt shin splints?
Ieder mens is uniek en heeft een ander lichaam. Ook biomechanisch zitten er (kleine) verschillen tussen ieder individu. Een factor die bijna iedere patiënt met shin splints heeft is overpronatie. Pronatie ontstaat als de voetboog afvlakt tijdens het dragen van het lichaamsgewicht. Een lichte afvlakking is normaal, dat wil zeggen dat een lichte mate van pronatie hoort bij de afwikkeling van de voet. Overpronatie ontstaat als de voetboog teveel afvlakt waardoor de voet naar binnen kantelt. Hierdoor ontstaat een te grote tractie aan de pees van de spier die aan het scheenbeen aanhecht (musculus tibialis anterior en posterior) waardoor de shin splints wordt veroorzaakt.
Behandeling van shin splints
De behandeling is afhankelijk van de onderliggende oorzaak, maar bestaat meestal uit de volgende stappen in chronologische volgorde.
Rust
De eerste stap is het nemen van rust door activiteiten te verminderen. Bijvoorbeeld het verminderen van de sportintensiteit of zitten waar men normaal staat. Simpelweg rusten zorgt vaak voor een vermindering van de meest heftige pijn en laat de acute pijn verminderen.
Koelen met ijs
Het aanbrengen van een ijspack op de pijnlijke plaats kan de symptomen verlichten en de pijn onder controle houden. Het koelen is vooral effectief na een acute verergering van de pijn.
(Sport) inlegzolen / steunzolen
Inlegzolen in combinatie met een goed schoenadvies is in veel gevallen de sleutel tot het succesvol behandelen van shin splints. Met zolen die individueel zijn aangemeten aan de hand van de voetstand, kunnen patiënten meestal hun dagelijkse activiteiten en sport weer hervatten zonder pijn. Hiervoor kunt u bij Podocentrum Groene Hart terecht.
Ontstekingsremmers
Ontstekingremmers kunnen de pijn en de ontsteking verminderen. Vaak voldoen simpele middelen als aspirine of ibuprofen, welke vrij bij de apotheek verkrijgbaar zijn. Een risico van het gebruiken van ontstekingsremmers is dat men de pijn van de klacht minder snel zal voelen. Hierdoor neemt de kans toe dat men gaat overbelasten. Pijn is immers een signaal van het lichaam dat het rust nodig heeft!
Oefeningen
Rekoefeningen van de kuiten kunnen er voor zorgen dat de overpronatie tijdens het lopen afneemt.
Rekken van de oppervlakkige/lange kuitspier (M. Gastrocnemius):
Maak met het gezonde been een stap naar voren, let er op dat de hiel van de andere voet niet loskomt van de vloer. De knie van het aangedane been blijft gestrekt. Verplaats het gewicht van de achterste voet naar de voorste voet en druk daarbij de hiel van het achterste been stevig in de grond. Plaats eventueel de handen tegen een muur. Zorg nu dat er spanning voelbaar is in de kuitspier (niet veren). Je voelt rek boven in de kuit. Doe dit 15 tot 20 seconden, gevolgd door 10 tot 20 seconden rust en herhaal dit drie keer.
Rekken van de diepe/korte kuitspier (M. Soleus):
Buig nu vanuit dezelfde uitgangspositie als in de bovenstaande oefening de knie van het achterste (geblesseerde) been zover dat de hak net niet van de vloer loskomt (niet veren). Je voelt rek laag in de kuit. Doe dit 15 tot 20 seconden, gevolgd door 10 tot 20 seconden rust en herhaal dit drie keer.
Preventie van shin splints
Preventie van sportklachten in het algemeen begint met het gebruiken van het gezond verstand. Bij sporten op hoog niveau komt er meer bij kijken omdat er dan meer van het lichaam (en de sporter zelf) gevraagd wordt. De meeste oorzaken kunnen door de sporter zelf positief beïnvloed worden met de juiste adviezen (en opvolging daarvan). Bij Podocentrum Groene Hart kunnen wij veel betekenen voor sporters om klachten te voorkomen. Wat betreft preventie kunnen wij meer dan alleen adviseren. Dit vereist uiteraard een goede, op de sporter gerichte, anamnese. Met een lichamelijk onderzoek is vast te stellen of er ook lichamelijke preventie geboden kan worden met onze hulpmiddelen. Literatuurstudie wijst uit dat de enige juiste manier van preventie van shin splints het gebruik van inlegzolen is met voldoende schokdemping, stabilisatie van het onderste enkelgewricht en overpronatie verminderd. Dit is te vertalen naar het gebruik van een (sport)inlegzool. Een (sport)afhankelijk advies houd rekening met het juiste trainingsschema. Vermijd trainingen die belastend zijn voor de spieren van het onderbeen. Wissel af met oefeningen met een lage intensiteit en verminder het hardlopen. Verminder de sportintensiteit en duur. Bouw de trainingsbelasting rustig op. Zorg voor goed schoeisel en vervang dit op tijd. Een hardloopschoen heeft zijn beste tijd gehad na 1000 kilometer of 12 maanden. Let op de ondergrond van de training: zorg voor een ondergrond met schokdemping (bijv. gras of sintelbaan), vermijd asfalt of beton.
Literatuurreferenties:
-Wieringen, PGB van (2006) Het tibiale stress syndroom.
-Thacker, S.B. et al. (2002) The prevention of shin splints in sports: a systematic review of literature.
-Wilder, R.P. et al. (2004) Overuse injuries: tendinopathies, stress fractures, compartment syndrome, and shin splints.
-Couture, C.J. et al. (2002) Tibial stress injuries: decisive diagnosis and treatment of ‘shin splints’.
-Metzl, J. (2005) A case-based look at shin splints
-Mosterd, W.L. et al. (1996) Het sport-medisch formularium: een praktische leidraad
Terug naar bovenliggende pagina